NOORD NEDERLAND - De politie in Noord-Nederland gaat een aantal ondersteunende diensten verhuizen naar efficiëntere nieuwbouw in Drachten. Onder andere de afdeling Forensische Opsporing, het Ketenbeslaghuis en het Regionaal Service Centrum worden straks ondergebracht in vier nieuwe locaties op het bedrijventerrein Azeven Noord. De nieuwbouw en verbouw vindt plaats in het gebied waar nu ook al de Meldkamer Noord-Nederland staat. Met de verhuizing van de ondersteunende diensten wil de politie een efficiencyslag slaan.
De politie heeft de handen ineengeslagen met architect cepezed. In de plannen wordt het onderkomen van de Meldkamer Noord-Nederland uitgebreid en worden er drie nieuwe locaties gerealiseerd op Noorderend 4 en Kelvinlaan 2 en 4. Daar komen in totaal zo’n 535 arbeidsplaatsen (FTE) te werken, tegenover 204 nu. Dat betekent dat andere locaties die niet toekomstbestendig en duurder zijn om te exploiteren worden afgestoten. De politie staat nationaal voor de opgave om te besparen op exploitatiekosten. Ook de eenheid Noord-Nederland moet inleveren en heeft in 2015 de opdracht gekregen om van 135.000 vierkante meter naar 95.000 vierkante meter aan huisvesting te gaan. Daarnaast moet ook de politie voldoen aan de huidige klimaateisen en wil de politie zijn werknemers een goede werkomgeving bieden.
Marieke Nell, Hoofd Bedrijfsvoering van politie Noord-Nederland vindt het terecht dat er kritisch wordt gekeken naar exploitatiekosten: “Geld dat we in stenen steken, kunnen we niet aan capaciteit besteden”, zegt ze. Nell ziet daarnaast nog volop kansen om te besparen op die vierkante meters. Zo staan in sommige panden hele verdiepingen leeg of is de verdeling inefficiënt. Daarnaast zijn de tijden veranderd. “Vroeger moest een agent terug naar zijn computer op het bureau om een melding vast te leggen, tegenwoordig doe je dat op je telefoon of op de laptop in de auto terwijl je collega naar de volgende melding rijdt. Er is dus gewoon minder behoefte aan die kantoorruimte.” Ook zijn er gebouwen die zo oud zijn, dat het te duur is om ze zo te verbouwen dat ze voldoen aan de moderne eisen voor het milieu en veilig en gezond werken. De eenheid Noord-Nederland gaat dus gebouwen afstoten, maar ook nieuwe gebouwen aankopen of laten bouwen. Dat betekent dat er ook opnieuw wordt gekeken naar logische locaties voor bijvoorbeeld ondersteunende diensten. “Dat huisvestingsvraagstuk is een hele puzzel, maar biedt ook een mooie kans. Zo kunnen we diensten die onderling veel samenwerken nu bij elkaar huisvesten. Bijvoorbeeld de meldkamer (112- meldingen) en het Regionaal Service Centrum (0900-8844 meldingen).”
Huisvesting en Dienstverlening
Omdat in de panden in Drachten vooral ondersteunende diensten komen te zitten, zullen de meeste mensen weinig merken van deze verhuizing van de politie. Er zijn ook wijzigingen in de panden van basisteams, die soms wel een publieksfunctie hebben. Marieke Nell benadrukt dat daarbij de dienstverlening altijd zwaar mee wordt gewogen: “Zo is er bijvoorbeeld recent in het Friese Koudum besloten om het bureau daar te verkopen aan de gemeente. Het grote bureau werd weinig gebruikt en dus stoten we het af, maar huren we een klein stukje terug waar de wijkagent kan zitten of waar mensen op afspraak welkom zijn voor bijvoorbeeld een aangifte.” Daarnaast zit dienstverlening niet in stenen volgens Nell: “Aangiftes worden steeds vaker digitaal of bij iemand thuis opgenomen, dat hoeft niet meer altijd op een bureau. Als politie bewegen we daarop mee en passen waar nodig ook onze huisvesting daarop aan.”
Forensische opsporing van vier locaties naar een
Een van de grotere veranderingen is die van de verhuizing van de afdeling Forensische Opsporing. Zij werken nu vanuit vier locaties, elk met een eigen specialisatie. Teamchef Peter Velthuis is dan ook blij met de plannen: “Dat maakt ons werk veel efficiënter. Laten we als voorbeeld een wapen nemen waarmee is geschoten bij een overval in Zuidoost Fryslân. Dan moet dit wapen in de huidige situatie eerst naar Assen voor vingerafdrukkenonderzoek. Daarna gaat het wapen naar Drachten, waar we DNA-onderzoek doen. De afdeling Wapens, Munitie en Explosief zit dan weer in Groningen, dus daar moet het wapen heen zodat het wapen getest kan worden. Tot slot gaat het dan nog naar het ketenbeslaghuis waar het wapen opgeslagen wordt.” Hoewel het team nu processen heeft gevonden om dit op te lossen, is de nieuwe situatie een verbetering waar het team naar uitziet. “Onze vier afdelingen en het ketenbeslaghuis zitten straks centraal in Drachten, op één eiland. Al die reisbewegingen zijn dan niet meer nodig, dat scheelt tijd én verkleint de kans dat er iets mis gaat in de bewijsketen.” Velthuis en zijn team denken al jaren mee over de ontwikkeling van het nieuwe pand in Drachten en zijn dan ook blij met de tekeningen van architect cepezed en de samenwerking met Installatieadviseur Deerns. “De komende tijd gaan we samen met cepezed en Deerns om tafel om de inrichting op steeds gedetailleerder niveau vorm te geven.” De realisatie van het pand zal nog zeker enkele jaren in beslag nemen.
Extra uitdaging
Marieke Nell is verheugd over de plannen in Drachten: “De plannen van de architect zijn prachtig. De gebouwen worden energieneutraal, modern en zorgen voor een efficiëntere en toekomstbestendigere organisatie.” Tegelijkertijd ziet Nell in de samenleving ook nieuwe uitdagingen ontstaan die impact zullen hebben op het huisvestingsbeleid. Zo stijgen de bouwkosten en energieprijzen overal. “Die kostenstijging zullen we moeten opvangen en dat willen we niet doen door te bezuinigen op onze mensen. Dus zullen we kritisch moeten blijven op onze huisvesting.” Nell ziet daar ook al kansen voor: “We zien dat door de pandemie steeds meer mensen het thuiswerken hebben ontdekt en nu ook thuis blijven werken. Dat betekent dat er minder vierkante meters nodig zullen zijn dan we een paar jaar geleden dachten.” De maatschappelijke veranderingen zullen mogelijk nog vaker om bijsturing vragen. Maar, zo besluit Marieke Nell: “Met het tekenen van de overeenkomst voor de plannen in het centrale Drachten, is een belangrijk deel van de puzzel wel gelegd.”