De officier: “Verdachte bekent direct en vraagt of hij niet ‘gewoon’ sorry kan zeggen tegen mevrouw. Het spijt hem enorm voor haar, zo stelt hij. Hij geeft aan dat hij schulden bij derden heeft en daarom de overval gepleegd.”
Slachtoffer en verdachte geven aan open te staan voor mediation. Een paar weken later vindt het gesprek plaats. Een geslaagd traject waarbij het slachtoffer uiteindelijk aangeeft te hopen dat verdachte geen gevangenisstraf krijgt. Dit wordt op zitting nog een keer bevestigd.
De officier van justitie heeft ter zitting aangegeven sterk rekening te houden met de jonge leeftijd van verdachte en het geslaagde mediation traject. Het uitgangspunt bij een dergelijk feit is een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In dit geval is een andere eis passend. De officier eist een gevangenisstaf van 368 dagen waarvan 365 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Verdachte moet zich ook laten behandelen en reclassering houdt toezicht op hem. Daarnaast is een onvoorwaardelijke taakstraf van 240 uren op zijn plaats. De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.