EMMEN - Vandaag stond de laatste verdachte terecht. Hij maakt deel uit van een groep van 13 die zich hebben moeten verantwoorden voor de rechtbank op verdenking van hun betrokkenheid bij een serie berovingen. De berovingen werden volgens de verdachten gepleegd in het kader van zogeheten “pedojagen/pedohunt”.


De officier eist 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en diverse bijzondere voorwaarden tegen een nu 19-jarige man uit Emmen voor drie diefstallen met geweld en één poging daartoe, gepleegd in de periode 29 maart 2021 tot en met 6 oktober 2021 in Emmen. Hij zou daarbij een leidende rol hebben gehad en geweld en/of bedreiging daartoe hebben toegepast bij alle berovingen. Hem wordt daarnaast verweten dat hij een automatisch vuurwapen voorhanden heeft gehad en gebruikt en daarmee twee voertuigen heeft vernield. Ook wordt hem twee diefstallen van geldbedragen en een heling van een snorscooter verweten. Tot slot wordt hem ook verweten dat hij in het kader van phishing met anderen een oudere man heeft opgelicht voor een bedrag van bijna 10.000,- euro en dat er in het kader van 2 andere slachtoffers een geldbedrag van ruim 17.000,- euro is witgewassen.

Seks met minderjarigen is een maatschappelijk en strafrechtelijk probleem. Groepen mensen die het recht in eigen hand willen nemen is echter ook een maatschappelijk probleem. Het geweldsmonopolie rust bij de politie en het (ver)oordelen (van of) over mensen gebeurt in de rechtbank. Hier was naar het oordeel van de officier echter helemaal geen sprake van zogenaamd pedohunten. De officier: “Het ging om beroven. Ze waren uit op de pinpas met pincode van de slachtoffers. Deze groep verdachten zochten gewoon naar makkelijke slachtoffers om geld aan te verdienen, slachtoffers die misschien niet zo snel aangifte doen.”

Volgens het OM waren de jongeren, elf jongens tussen de 16 en 19 jaar en twee meisjes van 14 en 16 jaar uit Emmen, Klazienaveen, Erica en Klijndijk, in wisselende samenstellingen betrokken bij de roofovervallen in Emmen. Ze benaderden hun slachtoffers via de datingapp Grindr, die veelal door homoseksuele mannen wordt gebruikt. Ze maakten afspraken op afgelegen plekken en beroofden drie mannen van hun spullen. Ze schuwden geweld en stevige dreigementen niet.

De incidenten

Incident I:

Het incident op 29 maart betrof een oudere man die door een groep jongeren werd mishandeld en beroofd van waardevolle spullen, nadat hij door hen het bos was ingelokt voor een seksdate, waarvan verdachten beweren zich te hebben voorgedaan als een 17-jarige; dit is niet in het politieonderzoek bevestigd. Hij weigerde zijn pincode af te geven.

Incident II:

Op 4 oktober 2021 werd een 30-jarige man beroofd van zijn waardevolle spullen; ook hij weigerde zijn pincode af te geven en kon na enige tijd ontkomen. Hij zou een seksafspraak hebben met een 24-jarige. Bij aankomst werd pas gezegd dat het om een 17-jarige te zijn. Het slachtoffer wil dan weggaan, maar wordt alsnog belaagd door zeker zeven jongeren die hem beroofden met flink geweld.

Incident III:

Na deze twee incidenten had politie één verdachte onder de tap. Omdat deze verdachte alleen betrokken was bij het eerste incident kon niet worden voorkomen dat op 5 oktober opnieuw een man werd beroofd. De man had een seksafspraak gemaakt voor een trio met twee minderjarigen en bij aankomst werd hij door twee jongeren meegenomen het bos in. Daar sprongen zes anderen uit de bosjes. Ze sloegen en schopten het slachtoffer meermalen. Onder dreiging van meer geweld gaf hij zijn pincode af en is er in totaal 5000

euro gepind. Ook werd hij beroofd van andere spullen die hij bij zich had.

Incident IV:

Deze beroving was voor de politie aanleiding om met een “lokagent” actief op zoek te gaan naar de dadergroep. Een afspraak volgde snel. Op 6 oktober vond de ontmoeting plaats en toen de modus operandi zich ontvouwde, ging de politie over tot aanhouding van zes verdachten. Dit is derhalve bij een poging tot beroving gebleven.

Nader onderzoek leverde nog eens 7 verdachten op, die in wisselende samenstellingen de serie berovingen zouden hebben gepleegd. Allen stonden terecht op meerdere zittingsdagen. Bij de eisen houden de officieren rekening met de rol die de verdachten bij de incidenten hadden en hun persoonlijke omstandigheden. De leeftijden van de jongeren zijn actueel en niet die zij ten tijde van de berovingen hadden.

De eisen

Een 19-jarige man uit Klazienaveen, die geruime tijd in voorarrest heeft gezeten, was, net als de 19-jarige verdachte uit Emmen, bij alle incidenten betrokken. Ondanks de meerderjarigheid van verdachte ten tijde van het delict wordt het jeugdsanctierecht door de officier van toepassing geacht. Voor zijn leidende rol vindt het OM 225 dagen jeugddetentie, waarvan 180 dagen voorwaardelijk met bijzondere voorwaarden én een werkstraf van 200 uur passend.

Een 17-jarige jongen uit Klazienaveen is wat het OM betrokken bij het eerste en vierde incident. Het OM eist een leerstraf van 30 uur en een werkstraf van 100 uur.

Tegen een 18-jarige man uit Emmen, die volgens het OM betrokken was bij het vierde incident eist de officier een taakstraf van 100 uur, 30 dagen jeugddetentie met aftrek voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en het meewerken aan behandeling/begeleiding. Hij was nog minderjarig ten tijde van de delictpleging.

Het 14-jarige meisje uit Emmen was betrokken bij het tweede, derde en laatste incident, aldus het OM. Zij werd verdacht van nog 3 geweldsfeiten. Ondanks haar nog erg jonge leeftijd ziet de officier reden in haar persoonlijke omstandigheden voor een forse strafeis: 155 uur taakstraf, vier maanden jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en toezicht van de jeugdreclassering.

De 16-jarige uit Emmen bekende dat zij bij de laatste drie incidenten betrokken was. Gezien haar marginale rol eist de officier een taakstraf van 200 uur, waarvan 30 uur leerstraf en 170 uur werkstraf, waarvan 100 uur voorwaardelijk met diverse bijzondere voorwaarden.

Een 19-jarige man uit Klazienaveen was betrokken bij één incident, maar had daar wel een leidende rol. Ook wordt hem twee mishandelingen, een diefstal van een scooter en de heling van een scooter verweten. Bij deze verdachte achtte de officier het jeugdsanctierecht niet van toepassing. De officier eist een gevangenisstraf van 229 dagen, waarvan 200 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De 29 dagen had verdachte al in voorarrest doorgebracht. Daarnaast een werkstraf van 180 uur.

De 18-jarige verdachte uit Emmen hoorde een taakstraf van 80 uur tegen zich eisen plus twee maanden jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Hij was betrokken bij twee incidenten en zou ook geweld hebben gebruikt. Hij was nog minderjarig ten tijde van de delictpleging.

Tegen éen van de twee pinners van het derde incident, een 17-jarige jongen uit Emmen, eiste de officier een werkstraf van 80 uur en jeugddetentie van 63 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk.

Een 16-jarige jongen uit Emmen, die volgens het OM betrokken was bij het tweede en derde incident krijgt wat het OM betreft jeugddetentie opgelegd voor 64 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 135 uur, waarvan 35 uur leerstraf en 100 uur werken. Deze verdachte had ook nog een vernieling op de tenlastelegging staan.

Voor de 16-jarige jongen uit Emmen die bij het tweede en derde incident geweld heeft gebruikt vindt het OM een taakstraf van 105 uur op zijn plaats, verdeeld in een leerstraf van 25 uur en een werkstraf van 80 uur. Daarnaast drie maanden jeugddetentie voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar waarin hij moet meewerken aan door de jeugdreclassering nodig geachte hulpverlening.

Voor zijn gewelddadige rol bij het eerste en tweede incident eist het OM een werkstraf van 160 uur en jeugddetentie van drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar tegen een 18-jarige man uit Erica.

Als medepleger van de eerste beroving, door het geven van een schop, het filmen en het schelden, vindt de officier voor de 17-jarige jongen uit Klijndijk een taakstraf van 80 uur op zijn plaats. Daarnaast jeugddetentie van twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Voor alle verdachten geldt dat het OM eist dat al het beeldmateriaal van de berovingen en de poging beroving wordt gewist van de gegevensdragers. De politie zal dit eenmalig controleren.

In alle zaken wordt op 14 april uitspraak gedaan.